Nu een gedicht

van Karel Numan

Welkom > Het begin van wonen > Glimlach naar niets > De gids is dood, geveld door een verdwaalde
 

De gids is dood, geveld door een verdwaalde

De gids is dood, geveld door een verdwaalde
kogel, inslaand als een meteoor.
Er kwam geen engel die de trap afdaalde
neergelaten uit een metafoor.

We zijn nu zoekenden, de nacht haalde
ons in, het licht dient niemand meer tot spoor.
Hoewel we voor de overtocht betaalden,
we zijn onwetend en we gaan teloor.

Dat is de situatie. Zonder hoop,
en zonder inzicht - in het vast vertrouwen
dat dit de plek is waar we blijven wonen,

aan het water - om beminden rouwend,
binnen het bereik van de cyclonen,
laten we de tijd op zijn beloop.

Zolang je kon bestaan zonder één troop,
en leefde buiten mythen en patronen,
moest je je als goddelijk beschouwen.

Dat is niet meer. Wie heeft er nog vertrouwen?
Aan de horizon staan de pylonen
waartussendoor de mens zijn huid uit kroop.

Het water van de tijd viel stil, bevroor.
De filosoof en de sjamaan vertaalden
wat er voorviel of ze gingen ervandoor
als wanhoop en gerucht hun koers bepaalden.

Wij vullen ‘s avonds samen de amfoor
en vertellen beide het verhaal, de
sterren luisterend naar dat klein koor,
van wie op weg door een leeg land verdwaalden.