Nu een gedicht

van Karel Numan

Welkom > Het begin van wonen > Dit is mijn huis > Het vroege land is stil - ik ken de reden -
 

Het vroege land is stil - ik ken de reden -

Het vroege land is stil - ik ken de reden -
de koude van het eerste regenlicht
zal doordringen tot in het doodsbericht
ons toegezonden uit de Hof van Eden

dat je nu behoort tot het verleden,
maar vriend, ik wist het al en liet het dicht,
en denk alleen nog aan je dood gezicht.
Ik ben tot aan het eigen graf gereden.

In de nanacht heb je het begeven.
Wie bij je waakten, zullen me vertellen
dat ergens in je een kort onweer woedde.

We konden samen weinig meer beleven,
een klein gesprek en even vragend bellen.
Hoe zou ik je nog ergens voor behoeden?

De kilte van het land schiep een vermoeden.
Jij had met deze lente veel te stellen,
je hield niet, zei je, van dat nieuwe leven,

het verplichtte je, je moest weer streven
en dingen doen die louter zouden kwellen.
Alleen je dromen konden dat vergoeden.

Straks zal het voorjaar zijn en helder licht
en is tot je geluk het leed geleden,
dan kan ik eindelijk het pad betreden,
waarop jij voorging, naar een vergezicht

dat we bevroedden soms in een gedicht
waaraan we samen schreven in een heden
van een vroeger land, de Tuin van Eden,
de weg naar de spelonk waarin je ligt.