ontwapend en verweerd
nescio, vriend, ik moet niet aan je denken
want denkend aan je
zie ik dingen
die we geen van beiden willen zien
denkend aan je zie ik je
zoals je wezen wilt en moet zijn
betogend lachend denkend
aan geliefden en gedichten
vriend, ik moet niet aan je denken
nog vrij
ben je gevangene
in staat van ondervraging
de tijd is rechter van instructie
de ruimte de vreemde cel
die van structuur verandert
en dient als een kajuit
ik moet niet aan je denken
omdat ik niet anders doe
ik ben de tijd ik ben de ruimte
hier en nu
de hopeloos verborgen
stuntel die eet en slaapt
en niet weet van aanval en verdediging
want ontwapend en verweerd