de dikke boom
de dikke boom
beschermde mastodont
oud als een lange nacht –
met één poot steigerend
tot in zijn kruin
je liet hem zien
ik moest hem traag en lang
bewonderen vond je
en ik bewonderde hem
lang en traag
het duurde
voor we hem omcirkeld hadden
bevreesd dat ook zijn andere poot
dreunend neerkwam
en ons vermorzelde
en zou begraven
in een plooi
diep als de slenk
tussen twee heuvelruggen
waar hij zich thuis voelde
en waaruit hij ons verdreef
als uit het paradijs
diep schuldig aan niets
maar kijken alleen al
was meer dan genoeg
om zijn woede te wekken
en de nacht aan te roepen
waarin zijn vrucht
op de grond viel
en kiemde