Voor de voeten
van de filosoof
die fluistert
ik heb je lief
ik heb je bekeken
je bent een rivier
begint de taal
van de uittocht
een woord
daarentegen
de peilloze kus
van de dichter
die meetrekt
door de woestijn
je bent een oase
en op het ritme
van de verwachting
val ik in slaap