Rondom de buitenste
ringen van licht
liggen de gordels
van de duisternis
en daarbuiten de kring
van het aardse bestaan
een seizoen
winters en zwaar
van een koude planeet
ver van de zon
klinkt de adem
van stervenden
en staan rozen in bloei
in de kille grond
de onverzadigbare tuinen
van de tijd
van traagheid
en verloren zijn
waar de ronde doet
tussen de stenen
levenslang de hartstocht
zonder uitzicht
met gesloten ogen
langs een onbegaanbaar pad