Ik ben opgestaan
heb me gewassen aangekleed
het vlinderstrikje
omgeknoopt
ik heb ontbeten
er was geen gedachte
zo functioneert
in een heelal
wat daar bestaat
in evenwicht
maar duister elegant
het achteloos gebaar
waarmee de tocht
wordt voorgezet
bestemming onbekend
en niet ter zake
inherent
aan wat er is
geen drukte
en geen meelij
met zichzelf
niet wetend hoe
maar de volmaaktheid
zelve
van goden de afwezigheid
het grootste goed
zit ik hier
om tien uur
met de koffie
de ellende te beleven
van de vraag
wat het zal zijn vandaag